Geschiedenis van ’t Loar

kaart1933
Het rood omlijnde is het eigenlijke ‘t Loar, dit is ook duidelijk het daar hoogst gelegen gebied!
Het blauw gemarkeerde wordt ook bij ‘Loar gerekend.

’t Laar (Nedersaksisch: ′t Loar) is een Nederlandse buurtschap die enkele kilometers ten noordwesten van het Veluwse dorp Vaassen ligt, in de provincie Gelderland. “Het gebied kenmerkt zich door een uitgestrekt weidegebied en wat akkers aan de rand van een bosrijke omgeving” dit is wat wikipedia er over schrijft. Maar als zo vaak is het net even anders: ‘t Loar is eigenlijk een kleine wat hogere zandrug en er om heen lagere gebieden. Denk hier bij aan de “Rieten” het “Veen” (vandaar Kluinweideweg). De grond behoorde vroeger tot de bezittingen van de Cannenburgh.

Bij overlevering wordt hier over verteld dat er 7 hutten mochten worden gebouwd, hiervoor moesten dan wel diensten worden aangeboden aan de bewoners van de Cannenburgh. Vandaar dat de eerste bewoners Katholiek waren en zelfs in die tijd “Spaans” gezind zouden zijn geweest. Al met al was het en zeer karig bestaan, maar zoals altijd waren daar juist “landlopers en “kissieskeerls welkom en konden er altijd overnachten in een hooiberg of iets dergelijks. Dus de voorlopers van de huidige bed & breakfast wel minder service maar zeker zo gezellig. Deze lieden trokken van dorp naar dorp en konden ze ook veel verhalen vertellen zeker in die tijd toen alles van mond tot mond ging. Hier door is ook en soort eigen taaltje ontstaan ook wel “bargoens” en mengeling van woorden. Er zijn op ‘t Loar nog maar een paar mensen die het kennen, en het zal in de loop van de tijd jammer genoeg wel geheel verdwijnen. Maar zo had ieder gebied, dorp of stad zijn eigen dialect of bargoen, (In Amsterdam “kedraaister” d.w.z.: straatprostituée).

Dan nog even wat feiten de “hutte van Ka”, het symbool van ‘t Loar. Het heeft naast het huidige pand Rietenweg 1 gestaan en de oude boom die er voor stond staat er nog steeds! Voor zover bekend, is het de oudste nog bestaande huis, ook verbouwd en aangepast, Kluinweideweg 12.

Wie aanvulling heeft die wordt vriendelijk verzocht deze aan te leveren aan het bestuur,  hiervoor alvast dank.

6 reacties

  1. Hilly Schaffer

    De volgende tekst heb ik gevonden over de taal:

    ’t Loar had vroeger een ‘eigen taal’. Hoe dit komt is onduidelijk. Wél is bekend dat in de buurt van Niersen de oudste vondsten van menselijke bewoning in Nederland zijn gevonden. Mogelijk stamden de mensen die de taal spraken van deze oude culturen af, de grootste instroom van andere ‘akkerbouwers’ vond pas 5000 jaar geleden plaats door Saksen en Franken uit het oosten.
    Een andere verklaring zou kunnen zijn, dat door de Cannenburgh werklieden zijn aangenomen die veel afwijkende woorden hebben ‘meegenomen’uit andere delen van Nederland en zich vestigden in het Loar.
    De geisoleerde ligging van het Loar kan ook een belangrijke rol gespeeld hebben, zeker bij het bewaard blijven van de taal.
    Voor zover ik weet spreekt niemand meer deze taal. Om toch deze taal te bestuderen en archiveren is wel haast geboden, slechts enkele kinderen van de sprekers van deze taal zijn nog op de hoogte van woorden van deze verdwenen taal.

    • A. Scholten

      ’t Loars is een soort bargoens. Het is ontstaan door de komst van rondtrekkende handelaren, (potten, pannen, naaigaren etc), die er overnachten in logementen, die op ’t Loar waren. Veelal waren deze handelaren Jood. Daarom zitten er veel Jiddische woorden in.
      mos=meisje
      sprok=bos
      premiskit=kerk
      luumbult =bed
      plemp=melk
      sprikkel=suiker
      schitsert=haar
      zitteling=stoel
      hoarnikkel=koe
      trappert=paard
      volgende keer meer
      A. Scholten

  2. Andrea Preka- van Maaren

    Bij ons thuis werd ook veel loars gesproken. Bijna iedereen sprak het in de familie. Bestaat er niet een woordenboekje dat ooit is uitgegeven in Vaassen? Heb trouwens geleerd dat haren rispels zijn, hoofd= dullemuts, handen zijn femelingen, niks zeggen is bout verknoezen enz.

  3. jan de graaf

    tuurlingen=wangen
    plumpsen=tranen

    • Andrea van Maaren

      Tuurlingen zijn ogen

  4. Puck van Putten

    Mijn Oma Carolina Vos, getrouwd met Jan van Putten sprak wel eens over een kouwtje verkopen….Ik denk…. een watjekouw , dit is een harde klap verkopen. Opoe Carolina Vos was de dochter van Hendrik Vos en Geertruid van Voorst. Zij woonde samen met haar ouders en zus Berendina op ’t Loar

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Buurtvereniging 't Loar

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑